Van conflicten kansen maken

“Leerlingen waren heer en meester, leraren vielen massaal uit.” 17 jaar geleden gooide Don Bosco Groenveld zijn hele werking om. Dankzij een nieuw waardekader kantelde de sfeer. Intussen is de school een autoriteit op het vlak van proactief werken met leerlingen én leraren.

De school heeft 3 LSCI-trainers in huis. Dompel je onder in een bevlogen spraakwaterval over de cirkel van veerkracht, proactief cirkelen en de LSCI-methodiek.

Hoe moeilijk was de situatie 17 jaar geleden?

Natalie Francq: “De school groeide in die tijd heel sterk. Leerlingen vertoonden uitdagend, grensoverschrijdend gedrag; er was vandalisme en criminaliteit. Ons klassieke systeem werkte vanuit macht en autoriteit, met straffen, volgkaarten, strafstudies en uitsluitingen. Maar hoe meer autoriteit, hoe meer signalen de leerlingen stuurden en hoe moeilijker hun gedrag. Leerlingen waren heer en meester en veel collega’s vielen uit.”

Natalie, Sanne en Sarah trainen onderwijsprofessionals in de LSCI-methodiek.

Waar haalden jullie de mosterd voor een nieuwe aanpak?

Natalie Francq: “Onze toenmalige onderdirecteur Wim Hanssens kende de LSCI-methodiek. We trokken met onze directie, leerlingenbegeleiding en een aantal kritische leraren 3 dagen naar Gent voor een denktank om af te tasten of het iets voor ons was.”

“LSCI bleek uitstekend te passen bij het opvoedingsproject van Don Bosco, waarin relatie en communicatie centraal staan. We moesten veel meer inzetten op verbondenheid, tussen leraren en leerlingen, leraren onderling en leerlingen onderling. Het verhaal van een school schrijf je samen.”

“We moesten veel meer inzetten op verbondenheid, tussen leraren en leerlingen, leraren onderling en leerlingen onderling. Het verhaal van een school schrijf je samen.” – Natalie Francq

Wat is de filosofie achter jullie aanpak?

Natalie Francq: “Alles start vanuit onze cirkel van veerkracht, een universeel waardekader. Dat telt 4 kwadranten met 4 universele behoeften om emotioneel in evenwicht te zijn: verbondenheid, competentie, autonomie en altruïsme.”

“Het is voor onze school een toetssteen. Wanneer we tegemoet komen aan die 4 noden ervaren leerkrachten en jongeren veiligheid en rust. Zo komt ruimte vrij om tot leren te komen en nieuwe uitdagingen aan te gaan.”

“Je ziet het verband met de zelfdeterminatietheorie, al zit altruïsme daar niet in. Door iets te geven zonder iets terug te verwachten bevorder je de betrokkenheid.”

De cirkel van veerkracht

De cirkel van veerkracht telt 4 kwadranten met 4 universele behoeften om emotioneel in evenwicht te zijn: verbondenheid, competentie, autonomie en altruïsme.

Hoe gebruiken jullie de cirkel in je dagelijkse praktijk?

Sarah Jooken: “Het is niet omdat regels op papier staan, dat die ook een realiteit zijn. Ons vroegere schoolreglement bleef dode letter. We stapten af van het klassieke schoolreglement en maakten een ‘Zo-zit-dat’-boekje, opgebouwd vanuit de 4 kwadranten. Het vertrekt van verantwoordelijkheden. Welke neem je op als leraar of leerling en wat doet de school?”

Natalie Francq: “We maken de cirkel ook letterlijk zichtbaar. We begonnen bij de leraren. Dankzij acties voelen leraren hoe de 4 kwadranten werken. Hoe meer leraren mee zijn in de filosofie, hoe meer ze die zelf ook uitdragen naar de leerlingen.”

“Hoe meer leraren mee zijn in de filosofie, hoe meer ze die zelf ook uitdragen naar de leerlingen.” – Natalie Francq

Om welke acties gaat het dan?

Sarah Jooken: “In eerste instantie zetten we in op verbondenheid, bijvoorbeeld met een potluck of een photobooth in het kader van de cirkel. Met het team hebben we ook een muzieklijst op Spotify en 2 collega’s organiseren op vrijdagavond regelmatig een afterwork. De personeelsvergadering van augustus start met een ontbijt voor het hele team.”

“Telkens expliciteren we waarom we dat doen, bijvoorbeeld met potjes bij het ontbijt in de kleuren van de cirkel. Dat lijken losse acties, maar de kracht zit in de uitvergroting. Mensen voelen zich zo deel van het grotere geheel.”

Hoe zetten jullie in op de andere kwadranten?

Natalie Francq: “Starters krijgen een uitgebreide inwijding in de cirkel. De kwadranten vormen een soort kompas om samen uit te zoeken wat goed loopt en waar extra ondersteuning nodig is. We bevragen voor elk aspect hoe leraren ervoor staan. De directie gaat met de resultaten aan de slag.”

Sarah Jooken: “Onze directie houdt veel rekening met ons meesterschap. We krijgen best wel wat mandaat en er is ruimte voor experiment, ook al ga je daarbij op je bek. Je voelt het vertrouwen.”

“Onze directie houdt rekening met ons meesterschap. We krijgen best wel wat mandaat en er is ruimte voor experiment, ook al ga je daarbij op je bek.” – Sarah Jooken

Collega’s overtuigen is één ding, hoe pak je dat aan voor leerlingen?

Natalie Francq: “Onze start-, thema- en ontmoetingsdagen voor leerlingen en ouders staan in het teken van de cirkel. Activiteiten hangen we zo vaak mogelijk op aan de 4 kwadranten. We zetten in op teambuilding (verbondenheid), expliciteren waar leerlingen goed in zijn (meesterschap), leren hen verantwoordelijkheid op te nemen (autonomie) en vragen hen iets te doen voor elkaar (altruïsme).”

“Volgend schooljaar stappen we af van de klassieke attitudes op onze rapporten. We schalen leerlingen in op de 4 kwadranten. Zo wordt de achtergrondfilosofie expliciet zichtbaar.”

Sarah Jooken: “Als iedereen de taal achter de filosofie beheerst, kan je die binnenbrengen in de dagelijkse werking. Dat doen we met 2 methodieken: op groepsniveau met het proactief cirkelen, op meer individueel niveau met LSCI.”

Hoe werkt dat proactief cirkelen?

Sarah Jooken: “Het is een gesprekstechniek, die we inzetten rond de kwadranten, een klasdynamiek, een bepaald lesonderwerp, sociale relaties of een concreet probleem dat zich stelt.”

“Een proactieve cirkel bestaat uit 3 delen: een luchtige starter of check-in, een middenstuk waarin we een probleem of moeilijkheid benoemen en een slot dat weer wat luchtiger is, waarmee je op een fijne manier landt.”

“Leerlingen zitten in een cirkel vanuit het idee dat iedereen gelijkwaardig is en krijgen de kans om te spreken, zonder verplichting. Stillere leerlingen kunnen zo in alle rust hun gedachten formuleren.”

Kan je een concreet voorbeeld geven?

Sarah Jooken: “Onlangs hadden we zo’n gesprek met onze zesdejaars rond smartphonegebruik in de les. Leraren gaven aan dat het echt lastig was. We zochten samen met de leerlingen naar een werkbare aanpak.”

“We startten met wat afbeeldingen. In een eerste rondje kozen leerlingen een kaartje uit met wat de gsm voor hen betekende. Is die een verslaving of eerder een manier om de creativiteit te uiten?”

“In het middenstuk benoemden we de voor- en nadelen van smartphonegebruik tijdens de les. Smartphones zijn handig om zaken op te zoeken, maar ook verleidelijk als het wat saai wordt. Leerlingen deden dan wenselijke en haalbare voorstellen. Zo ontstond het idee voor een proefproject waarbij ze de gsm 3 weken bij het begin van de les in een hotel dropten.”

“Door leerlingen autonomie te geven, hoefden we niks af te dwingen. Na een tijd voelden ze zelf het effect. Nu is er nauwelijks nog gedoe over smartphones.” – Sarah Jooken

“In het slot vroegen we leerlingen nog kort om hun favoriete app te noemen. Op die manier praat iedereen even over zichzelf, leer je nog iets bij en sluit je met een goed gevoel af.”

“Door de leerlingen autonomie te geven, hoefden we niks af te dwingen. Na een tijd voelden ze zelf het effect. Nu is er nauwelijks nog gedoe over.”

Jullie staan bekend om jullie pionierswerk op het vlak van de LSCI-methodiek, de ‘Life Space Crisis Intervention’. Hoe werkt die precies?

Natalie Francq: “Bij LSCI werken we één-op-één, meteen na een crisismoment. Life space (LS) betekent dat we letterlijk in de persoonlijke levensruimte van de leerling gaan staan om een goed zicht te krijgen op wat daar leeft. In die ruimte komen conflicten en crisissen naar boven.”

“De crisis (c) zien we als leermoment, een soort cadeau om achter het gedrag te kijken en leerlingen inzicht te geven in de situatie. Alleen zo is structurele gedragsverandering mogelijk. Vanmorgen nog gaf een leerling aan dat ze altijd boos werd op de leraar, terwijl haar boosheid eigenlijk op haar mama gericht was.”

“De crisis zien we als leermoment, een soort cadeau om achter het gedrag te kijken en leerlingen inzicht te geven in de situatie.” – Natalie Francq

“De interventie (I) slaat op onze rol als bemiddelaar. Bij een probleem of crisis komt er een gesprek met alle partijen. De verantwoordelijkheid komt dus niet van 1 kant. Als leraar moet je ook kijken naar je eigen aandeel in het conflict en naar wat je kan doen om de relatie te herstellen.”

Het lijkt me in de praktijk makkelijker gezegd dan gedaan als je net beledigd bent door een leerling.

Sanne Sondervorst: “Gemakkelijk is het niet. Maar niet meteen reageren vanuit emotie lukt als je handvaten hebt om op terug te vallen én als je oefent. We proberen leraren te versterken in reflectie en mentaliseren, zodat ze voorbij het gedrag van jongeren blijven kijken, ook wanneer dat erg uitdagend wordt.”

“Uit recent onderzoek blijkt dat die vaardigheid positieve effecten heeft op leerlingen, leraren én hun onderlinge relatie. Door als leraar luidop te mentaliseren leren ook onze leerlingen om dat te doen.”

80% van jullie team is LSCI-getraind. Wat krijgen leraren daar nog rond mee?

Natalie Francq: “Ze leren meteen te ontladen in het geval van een crisis. Zelf geen olie op het vuur gooien en de-escaleren. Door voordien al sterk in te zetten op een basishouding van authentieke relaties en een verbindende communicatie lukt dat makkelijker. Op die houding trainen we veel.”

Sanne Sondervorst: “We leren de klas ook te screenen. Wie zit er vandaag anders bij? Voor er iets gebeurt, infomeren we of het lukt om les te volgen. Ook handig zijn onze leidraden voor concrete situaties. Wat zeg ik als een leerling zijn kap op houdt en hoe ga ik dan geen machtsstrijd aan?”

Sarah Jooken: “Leerlingen die het moeilijk hebben, krijgen een vaste coach, zodat er ook gesprekken plaatsvinden in ‘vredestijd’. Op die manier werken we ook los van conflicten aan gedrag.”

“Als de leerling of leraar aanvoelt dat het niet lukt, gaat de leerling naar de ‘toeza’ (toezicht met zorg en aandacht).” – Sarah Jooken

Wat doe je wanneer het toch dreigt mis te lopen?

Sarah Jooken: “Er zijn altijd nog de vluchtheuvels. Als de leerling of leraar aanvoelt dat het niet lukt, gaat de leerling naar de ‘toeza’ (toezicht met zorg en aandacht). Met de hulp van stressballen of tangles en in een gesprek proberen we te reguleren. Een LSCI-coach overloopt wat er gebeurd is en zoekt naar manieren om samen verder te werken.”

Sanne Sondervorst: “Opnieuw zit daar het preventieve stuk van LSCI. Zowel de leerling als de leraar kan ingrijpen voor het tot een crisis komt. Als leraar is het geruststellend om te weten dat terwijl jij in je klas aan het multitasken bent, er voor je leerling gezorgd wordt.”

En als problematisch gedrag zich blijft manifesteren?

Sanne Sondervorst: “Dan blijven wij zoeken. LSCI vertrekt heel sterk vanuit gedragspatronen. Die sluipen er lange tijd in, dus je krijgt die er niet zomaar uit. Vergelijk het met witte verf die je rood wilt kleuren. Je moet er gaandeweg likjes verf in laten vallen tot je de gewenste kleur bereikt. Dat lukt niet van de eerste keer.”

Sarah Jooken: “Vanop een afstand is dat soms moeilijk te begrijpen, maar vanuit hun opleiding weten onze mensen waarom we doen wat we doen. De methodiek zorgt ervoor dat je niet overspoeld wordt door de situatie. Je hebt altijd handvaten om uit een conflict te raken.”

“De methodiek zorgt ervoor dat je niet overspoeld wordt door de situatie. Je hebt altijd handvaten om uit een conflict te raken.” – Sarah Jooken

Jullie leerlingbegeleiding zet ook expliciet in op zorg voor leraren. Waar komt dat vandaan?

Sanne Sondervorst: “Met uitgebluste leraren bereik je niks. De school investeert daarom heel sterk in de leraren. In interne nascholingen geven we inzicht in menselijk gedrag en de ontwikkeling van de hersenen. Hoe meer je begrijpt over de reactie van ons brein en zenuwstelsel in stressvolle situaties, hoe beter je je handelen daarop kan afstemmen.”

“Als leraar heb je op moeilijke momenten dezelfde noden als leerlingen. Eerst ontladen, overstuur of gekwetst mogen zijn, zonder meteen te horen wat je beter had moeten doen. Leraren kunnen daarom ook altijd zelf terecht bij de leerlingbegeleiding of bij getrainde collega’s. Dat die daarna praktisch aan de slag kunnen in herstelgesprekken, is pure winst voor leerlingen én leraren.”

  • Interesse om je team op te leiden vanuit de filosofie van Don Bosco Groenveld? Bij DOCA kan je terecht voor trainingen, vormingen en studiedagen (op maat).
  • Dit interview kwam tot stand in het kader van onze Schoolreis die we op vrijdag 10 maart 2023 samen met UCLL organiseerden. Wil je graag meer inspiratie opdoen? Lees hier meer schoolvoorbeelden.
Tekst: Piet Creten   |   Foto’s: Bavo Nys