In gesprek met maakleerplek Leuven

Het labo hoe maken we een innovatieve maakleerplek zorgde ervoor dat SOM werd opgenomen op de website van transitie leven, leren en werken in 2050. Dat is een initiatief van de Vlaamse overheid dat nieuwe leer- en werkvormen van de toekomst onder de aandacht wil brengen. Onderstaand interview is een weerslag van het interview met de coördinator en communicatiemedewerker van SOM, die mee de totstandkoming van de maakleerplek hebben getrokken.

In gesprek

In de zomer van 2019 gingen we in gesprek met Lore Baeyens en Fien Degrande, coördinator en communicatieverantwoordelijke van SOM (samen onderwijs maken) Leuven, over maakleerplek. maakleerplek gaat zich in de iconische fabriekspand van Stella Artois bevinden. Het wordt een plek met verschillende ruimtes zoals ateliers voor kunstenaars, workshop kamers, studio’s voor onderwijs en een laagdrempelig open atelier voor iedereen. Hier vinden verschillende educatieve, bedrijfs- en creatieve actoren elkaar. Samenwerking, delen van expertise en experiment staan centraal. Op die manier leert iedereen van elkaar en wisselen diverse mentoren uit verschillende sectoren ideeën, ervaring en kennis uit. Zo willen ze een omgeving creëren waar flexibiliteit, creativiteit en levenslang leren centraal staan.

Lore Baeyens en Fien Degrande werken mee aan het tot stand komen van maakleerplek. Tijdens ons gesprek spreken ze vol passie over maakleerplek. Er zijn geen twee mensen op deze aardbol die meer overtuigd zijn van het nut én de slaagkans van dit project. Daarom beginnen we bij het begin.

 

Wat is het ultieme doel dat jullie willen verwezenlijken met maakleerplek?

We willen onderwijs toegang geven tot de wereld en de wereld een stukje toegang geven tot onderwijs. Want dat gebeurt nu te weinig.

Aan wat merk je dat dat te weinig gebeurt?

Ons onderwijs zit nu heel vast in structuren, in curricula, in lessen, in lokalen, in teams , in roosters en we zien eigenlijk dat het onderwijs niet altijd is afgestemd op wat werknemers vandaag nodig hebben. Dat is een grote mate van creativiteit, zelfstandig werken, van samenwerken en van flexibel zijn.

Waarom zijn deze competenties vandaag belangrijk?

De wereld is heel complex geworden, ook de jobs zijn complex geworden, je moet eigenlijk met heel veel zaken rekening houden. Het gaat ook veel sneller allemaal. Heel de wereld is ineens dichtbij. En eigenlijk is dat in ons onderwijs nog niet altijd waar. In maakleerplek kunnen we een stukje toegang geven tot bepaalde competenties die je niet altijd in een school kan aanleren.

Wat kan je in maakleerplek wel leren, dat je niet op school kan leren?

Het tactiele leren, in veel scholen en zeker in ASO scholen is dat eigenlijk afwezig. Alles van maken, het tactiele maken, in een open atelier werken. Maar ook alles van STEAM, alles van drones en nieuwe computers, etc. Scholen kunnen niet altijd zelf de nieuwste software en de nieuwste materialen hebben. Dus als we dat voor een stuk kunnen verzamelen op één plek in Leuven kan dat super interessant worden voor scholen om daar naartoe te gaan.

In maakleerplek hebben ze dan toegang tot materiaal, expertise, kennis en kunde die ze op school niet altijd hebben. We zijn er ook van overtuigd dat je onderwijs niet alleen kan organiseren. Dat een leerkracht alleen heel veel kan met zijn of haar klas maar dat je versterking moet zoeken in andere profielen. Zo maak je het onderwijs ook een stuk aantrekkelijker.

Jullie spreken over STEAM waar staat dat voor en waarom is het belangrijk om daar op te focussen?

STEAM is STEM met de A van ‘arts’ erbij. Dat vonden we heel belangrijk om erbij te zetten omdat dat het creatieve en het meer toegankelijke, artistieke aan het wetenschappelijke, wiskundige koppelt. Het is voor een stuk ook ontstaan door de locatie, die oude Stella fabriek ligt in de Vaartkom en dat is echt dé creatieve plek van Leuven aan het worden. Daar zijn heel veel creatieve bedrijven en kunstenaarsateliers. Als we in die Vaartkom een stuk onderwijs de wereld willen laten ontmoeten dan zijn die kunsten een heel belangrijk luik.

De wereld is heel complex geworden, ook de jobs zijn complex geworden, je moet eigenlijk met heel veel zaken rekening houden. Het gaat ook veel sneller allemaal. Heel de wereld is ineens dichtbij. En eigenlijk is dat in ons onderwijs nog niet altijd waar. In maakleerplek kunnen we een stukje toegang geven tot bepaalde competenties die je niet altijd in een school kan aanleren.

Lore Baeyens, coördinator SOM

Jullie willen graag het werkveld inzetten als mentoren voor lerenden in maakleerplek. Hoe gaan jullie werkgevers overtuigen om hier in mee te gaan? Wat is voor hun de meerwaarde?

We hebben een grote bevraging gedaan met 100 stakeholders , waar de bedrijven goed vertegenwoordigd zijn. Bij bedrijven is het zo dat er heel veel aan het inzetten op de toekomstige werknemers en ze vinden niet altijd meer de werknemers die ze nodig hebben. Dus als zij een stuk nu mee kunnen investeren in onderwijs dan is dat een heel duurzame keuze.

Er zijn ook heel veel bedrijven met sociale doelstellingen tegenwoordig en deze zouden ze in maakleerplek voor een stuk vorm kunnen geven. En uiteindelijk is het ook zo dat bedrijven vaak elkaar niet vinden en daarom zeggen bedrijven zelf ook dat het interessant zou kunnen zijn om in een soort prototyping lab samenwerkingen uit te testen en expertise te delen. We gaan ook een observatorium opzetten zodat we echt kunnen nagaan, analyseren en valideren hoe en wat er gebeurt. En op die manier gaan we in een tweede fase nog meer mensen kunnen overtuigen.

En dat valideren hoe zou dat dan in zijn werk gaan? Hoe bepaal je of een project wel of niet geslaagd is?

We hebben natuurlijk een hele goede kennisinstelling: de KULeuven stapt er helemaal mee in en daar zitten gevestigde waarden. Professoren met teams die zich hierop gaan toeleggen en wij vertrouwen op hun expertise. Daarbij gaat het ook niet over wel of niet geslaagd. Het gaat over hoe zoek je een weg, hoe pionieren we? En hoe brengen we dat proces in kaart?

Ik hoorde onlangs een prachtig voorbeeld van jonge Afghaanse mannen die hier op zoek waren naar werk. En er zijn heel veel jobs in de hoogte-arbeid, bijvoorbeeld bij hoogspanningsmasten. Die mannen hebben een week stage kunnen doen bij een klimparcour en kunnen voelen ‘wil ik dat eigenlijk wel zo’n job?’. Zo zie je veel meer competenties bij mensen dan wanneer je gewoon een sollicitatiegesprek had gedaan. Zo zie je zaken als verantwoordelijkheid, veiligheid, respect, samenwerken enzovoort. En dan gaat het dus niet meer over mislukken en lukken. Je moet gewoon kunnen zien, ‘wat gebeurt hier en hoe kunnen we dat voor een stuk in kaart brengen?’.

Welke plaats zou maakleerplek innemen in het huidige onderwijssysteem?

Idealiter wordt het mee in de school gebracht. Dat in maakleerplek gewoon de competenties gevormd kunnen worden die binnen de klasmuren niet gevormd kunnen worden. Maar ook dat het een plaats is waar je na school naartoe kan om gewoon uw goesting te doen en bij te leren waar je zelf zin in hebt. Het allermooiste scenario is dat elke school het een evidentie vindt om naar maakleerplek te gaan. We hebben daar ook al een bevraging op gedaan en de scholen zeggen zelf ‘als daar een klaslokaal is waar ik nog bijvoorbeeld een uur Nederlands kan geven, dan komen we een halve dag en dan zien we wel, dan zijn we daar en kunnen we ook nog een stuk lesgeven’. Het ideale zou zijn als het niet meer gaat over ‘voor of na school’ maar dat het door elkaar loopt.

Wat zou maakleerplek voor leraren betekenen of veranderen?

Op dit moment wordt creativiteit en out-of-the-box-denken bij leerkrachten ook helemaal niet gestimuleerd. En dat is echt wat we met maakleerplek extreem moeten doen. Er zijn heel veel mensen die in zich iets hebben om leraar te zijn. Ik denk dat ik ook nog graag mensen iets aanleer, ik zie makers die jongeren iets willen aanleren. Wat fantastisch is maar dat leraar zijn met de bel en de vijftig minuten dat verstikt al die mensen. Dus er zit iets haaks op elkaar, het is niet aantrekkelijk, dus niemand kiest daarvoor, het is geen leuke job. Jij zal het ook niet willen kiezen. Terwijl er zoveel mensen zijn die willen delen met jonge mensen, die willen samenwerken dus dan moeten we dat doen hé. Dan zit je echt op de passie.

Wat is jullie grootste uitdaging om al deze ambities waar te maken?

Vooral de keuzes over doelgroepen. Wie voelt zich welkom in maakleerplek? En vanaf dat je dat een bepaald gezicht geeft, een bepaald logo, een bepaalde keuze maakt; gaan bepaalde groepen zeggen ‘dat is niets voor mij’. Het is heel moeilijk om die eerste stenen te zetten en een zo breed mogelijk verhaal te schrijven. En tegelijk is het heel belangrijk om een duidelijke visie en kader te hebben. Maar we moeten dat durven want dat is iedereen zijn vraag. Het leeft echt van ‘dit is een prachtig’ project maar wat en hoe dan, dat moeten we gewoon durven doen.