“Een klas is idealiter een open ruimte waar je geconfronteerd wordt met conflicten in je denken.”

Polarisatie lijkt toe te nemen in onze samenleving. Thema’s als migratie, klimaat of gender verhitten de gemoederen, ook binnen de schoolmuren. Op SOM start sprak Maarten Van Alstein (Vlaams Vredesinstituut) met leraren en onderwijsmakers. Hoe ga je om met conflicten in je klas en wanneer worden ze een middel in de vorming van je leerlingen?

Leven we in meer gepolariseerde tijden of denkt elke generatie dat over zijn eigen tijd?

“Polarisering over de eeuwen heen is moeilijk te meten, laat staan te vergelijken. Mensen hebben zich altijd verenigd in groepen met verschillende meningen en ideologieën. Er zijn wellicht periodes geweest van veel intensere polarisering, zoals de godsdienstoorlogen in de 16e-17e eeuw, de Franse revolutionaire en napoleontische oorlogen en natuurlijk de wereldoorlogen.”

“Toch leeft bij veel mensen nu wel een gevoel van crisis. De afgelopen decennia is onze samenleving sterk veranderd. Ze is minder homogeen, de verzuiling is weg, er is angst of onbehagen rondom de klimaatopwarming en boosheid over de maatregelen. Er is de digitalisering en geopolitiek beweegt er meer. De tijden zijn dus onzekerder en dat kan polariserend werken.”

“We spreken van conflictwolken. Beelden die iemand in Gaza online zet, bliksemen even later al in je klas naar beneden.”

Die evolutie gaat mooi gepaard met de opkomst van sociale media. De link lijkt snel gelegd.

“Onderzoek daarover is niet eenduidig. Sociale media maken polarisering in elk geval een stuk zichtbaarder. Dat levert mogelijk weer meer brandstof op. Conflicten blijven onder de aandacht, duiken voortdurend op en jongeren nemen ze dus ook mee naar school.”

“In de jaren 80 hadden leerlingen geen scherm aan hun hand plakken waarop de hele wereld razendsnel binnenkwam. We spreken in dat verband van conflictwolken. Zoals je gegevens in de cloud zet en die gelijk waar of wanneer weer kan downloaden, zo gaat dat ook met conflicten. Beelden die iemand in Gaza online zet, bliksemen even later al in je klas naar beneden.”

Wat zijn naast de situatie in Gaza de thema’s die op onze scholen tot polarisering leiden?

“Veel hangt af van het moment en de context van de school. Rond migratie komen jongeren soms heftig uit de hoek. Maar in sommige diverse scholen, is het totaal geen issue. De polarisering zit daar meer in het beeld dat de buitenwereld van de jongeren heeft.”

Gender ligt vanuit verschillende hoeken erg gevoelig. Klimaat is op sociale media sterk aanwezig, maar lijkt op dit moment minder te leven in de klassen. Specifieke thema’s zoals kolonisatie duiken dan weer plots op tijdens een geschiedenisles. Zo kan het woordgebruik in historische bronnen voor sommige leerlingen choquerend zijn en tot heftige emoties leiden.”

Op zich is dat allemaal niks om ons zorgen over te maken, zeg je.

“Wij-zij-tegenstellingen zitten overal in een samenleving. Onvermijdelijk komen ze je klas binnen. Je kan ze de hele tijd proberen te onderdrukken, maar daarmee verdwijnt de conflictenergie niet.”

“Ik hoor leraren soms zeggen dat ze heftige uitspraken liever in de klas horen, omdat ze er dan mee aan de slag kunnen. Wat online of op de speelplaats gebeurt, weet je niet. Conflicten leiden soms ook tot vooruitgang. Denk maar aan de strijd rond algemeen stemrecht. Maar dat neemt niet weg dat ze vaak heel moeilijk en onaangenaam zijn.”

Het levert ook een hoop gedoe op. Begrijp je dat veel leraren zich daar niet comfortabel bij voelen?

“Zeker. Mensen reageren heel uiteenlopend op conflicten. Sommige leraren ervaren het niet per se als zwaar of moeilijk. Maar voor wie veeleer conflictmijdend is, komen die situaties soms wel hard binnen. Een grote groep leraren geeft aan niet het gevoel te hebben over de juiste vaardigheden of achtergrond te beschikken om ermee om te gaan, zeker wanneer een conflict plots opduikt.”

“Een terechte bezorgdheid is ook dat leerlingen gekwetst raken wanneer de klas plots op stelten staat en er is de angst voor reacties van ouders. Leraren hebben vaak ook niet de tijd om dieper in te gaan op dergelijke complexe thema’s. Dat zijn allemaal legitieme redenen om een gesprek te vermijden.”

Toch pleiten jullie als Vredesinsituut om de dialoog wél aan te gaan, ook al is het moeilijk.

“Onze boodschap is zeker niet dat leraren alle maatschappelijke problemen moeten oplossen. Het vervelende is dat die conflicten inherent in onze samenleving en onze lesdoelen zitten en dus gelijk wanneer naar boven kunnen komen in de klas.”

“De dialoog aangaan is geen extra taak, maar een concrete oplossing voor een leerprobleem.”

“Op zo’n moment ontstaat weerstand en die belemmert het leren. Er dan mee aan de slag gaan is geen extra taak, maar een concrete oplossing voor een leerprobleem. Met de juiste technieken de-escaleer je soms op 5 minuten een situatie. Zo win je uiteindelijk misschien tijd.

In het oog van de storm

Wat doe je als een leerling plots een uitspraak doet die voor hevige commotie zorgt?

“Voor leraren is dat het meest bedreigende scenario. Plots sta je totaal onvoorbereid in het oog van de storm. Er is niet één juiste aanpak. Je kent je leerlingen het best en kan dus ook het best bepalen wat werkt in een bepaalde situatie.”

“Doet een jongere voor de twintigste keer een choquerende uitspraak, dan kan je het gesprek perfect afblokken of in sommige gevallen de leerling de klas uitsturen, bv. omdat het eerder om een gedragsproblematiek gaat dan om een inhoudelijke kwestie.”

“In andere gevallen wil je misschien keihard de discussie aangaan. Alleen overtuig je daar niemand mee. Uit moreel-psychologisch onderzoek blijkt dat het brein meteen in de verdediging gaat. De leerling zoekt krampachtig naar allerlei argumenten voor wat de intuïtie ingeeft. Die defensieve houding bepaalt het verdere verloop van het gesprek. Je krijgt meer emoties, minder argumenten of bereidheid om te luisteren.”

“Een meer open leermodus kan beter werken. Vraag om uitleg. Probeer uit te vissen wat er achter een uitspraak precies schuilgaat. Breng via vragen andere stemmen en meer complexiteit in het gesprek. Toon je een authentieke bereidheid om te luisteren, dan schiet de escalatie vaak minder ver door. De leerling voelt dat hij serieus genomen wordt.”

(Lees verder onder de foto)

Misschien wil je niet open in gesprek gaan als een leerling een erg kwetsende opmerking maakt ten koste van een medeleerling.

“Een leraar vertelde me ooit: ‘Bij mij in de klas is alles bespreekbaar, maar niet alle manieren waarop zijn aanvaardbaar.’ Dat is de clou. Je moet de grenzen bewaken, maar niet op een prikkeldraadmanier. Leerlingen moeten respect hebben door de manier waarop je het aanpakt.”

“Een interessante techniek van de Nederlandse dialoogtrainer Leon Meijs is begrenzen en uitnodigen. Benoem eerst hoe je de uitspraak zelf ervaart. Dat je het er moeilijk mee hebt of het taalgebruik niet ok vindt, maar het gesprek wel wil voeren. Je geeft een grens aan voor de leerling, maar ook voor de rest van de klas. Praten kan, maar dan op een andere manier. Je verwerpt zo niet de persoon, noch de thematiek.”

“Een leraar vertelde me ooit: ‘Bij mij in de klas is alles bespreekbaar, maar niet alle manieren waarop zijn aanvaardbaar.’ Dat is de clou. Je moet de grenzen bewaken, maar niet op een prikkeldraadmanier.”

“Uiteraard werkt ook dat niet altijd. Lopen de emoties alleen maar op, dan sluit je beter af. Een nazorgtraject is dan meer aangewezen. Voor de leerling zelf, maar ook voor medeleerlingen die in een onveilige positie gebracht zijn. Zij verdienen uitleg over de keuzes die je maakte.”

Controversiële topics in je leer- of lesplan

Moeilijke onderwerpen als evolutieleer zitten ook ingebakken in onze leerstof. Hoe pak je dat aan?

“Het voordeel is dat je vooraf al kan nadenken over je aanpak. Je kan aan een klascultuur werken voor je de meer heftige topics aansnijdt. De evolutieleer is zo’n wetenschappelijk onderwerp met een gevestigd antwoord. In een wetenschapsles wil je geen ‘neutraal’ standpunt innemen of een dialoog organiseren waarbij de evolutietheorie gelijkgesteld wordt aan een religieuze of creationistische visie. Dat is slechte didactiek.”

“Mag je verwachten dat je leerlingen de evolutieleer aanvaarden? Misschien is dat niet je taak. De gedachten zijn nu eenmaal vrij in een democratie.”

“Maar als je de gevoeligheid benoemt en polst hoe iedereen tegenover het thema staat, creëer je meer openheid om te leren. Daarna moet je wel duidelijk stellen dat iedereen de theorie moet kennen, begrijpen en zelf kunnen uitleggen. Mag je verwachten dat je leerlingen de evolutieleer aanvaarden? Misschien is dat niet je taak. De gedachten zijn nu eenmaal vrij in een democratie.”

Wat doe je met thema’s in onze doelstellingen waar geen gevestigd antwoord over bestaat, zoals gender of politiek?

“Als leraar doe je niet aan partijpolitiek, maar je hoeft niet neutraal te zijn ten aanzien van de democratische rechtstaat. Onder de grondwet en de eindtermen mogen we van leraren verwachten dat ze pro de rechtstaat en geweldloosheid zijn en contra een dictatuur.”

“Gender is op dat vlak complexer. De gelijkwaardigheid van genderidentiteiten vloeit voort uit onze grondwet. Toch weet je dat er binnen een klas heel uiteenlopende meningen over bestaan. Die kost wat kost onderdrukken is misschien ook niet zo’n goed idee. Je kan er wel op wijzen dat sommige opvattingen over gender kwetsend kunnen zijn, vragen om respect te hebben voor verschillende identiteiten, en elkaar niet hatelijk te bejegenen.”

Oefenen in meerstemmigheid

Moeten leerlingen ook niet leren dat meningen binnen een democratie beledigend of kwetsend kunnen zijn?

“Daarom spreek ik liever over meerstemmigheid dan over polarisatie. We leven in een meerstemmige samenleving, met veel opvattingen, die snel kunnen veranderen. Die meerstemmigheid toelaten, impliceert de mogelijkheid van een conflict, dat soms onverzoenlijk is.”

“Leerlingen moeten leren meningen los te koppelen van de mens. Een overtuiging kan kwetsend zijn, maar zegt niet noodzakelijk iets over een gebrek aan respect voor de ander. Bij het thema ‘gender’ merk je hoe moeilijk dat soms is. Je wil leerlingen zover krijgen dat ze durven zeggen dat ze het moeilijk hebben met hoe anderen hun identiteit beleven, maar dat ze aanvaarden dat daar vrijheid in bestaat.”

“Meerstemmigheid toelaten, impliceert de mogelijkheid van een conflict, dat soms onverzoenlijk is.”

“Een klas moet veilig zijn, zonder geweld of intentioneel destructieve beledigingen. Maar intellectueel is het idealiter wel een open ruimte waar je geconfronteerd wordt met conflicten in je denken. Dat vergt oefening. Daarom is het zo belangrijk om het niet alleen over te laten aan de individuele leraar in de klas.”

Hoe zie je dat in de praktijk?

“Als je een duidelijke pedagogische visie hebt rond meerstemmigheid en je voert daar beleid rond, dan voelen leraren zich veel meer gesteund. Je kan dan t.o.v. ouders en leerlingen veel beter motiveren waarom je bepaalde thema’s op een bepaalde manier aanpakt.”

“Het idee is dat je er schoolbreed aan werkt, met je hele team op verschillende momenten, in verschillende vakken, liefst al van op jonge leeftijd. Door ruimte te scheppen voor dialoog, filosofische gesprekken, projectwerk, kunstzinnige werkvormen… bouw je aan een open en vreedzaam klas- en schoolklimaat, waarin conflicten niet vermeden, maar constructief gehanteerd worden.”

Je spreekt van meerstemmigheid als pedagogisch-didactische waarde.

“Het gaat in de eerste plaats om intrinsiek goed onderwijs. Je traint je leerlingen om in een complexe wereld te leven. Meerstemmigheid speelt ook in de wetenschap een rol, in levensbeschouwing, in literatuur… Je leert je leerlingen dat er in veel gevallen geen sprake is van een absolute monolithische waarheid. Ze leren leven met paradoxen.”

Maarten van Alstein publiceerde in 2018 het boek Omgaan met controverse en polarisatie in de klas. Op dit ogenblik wordt het boek volledig herwerkt en geactualiseerd. Het Vlaams Vredesinstituut werkte ook mee aan de Edubox Wij-zij-denken: leren van mening verschillen van VRT NWS.

Tekst: Piet Creten   |   Foto’s: Siemon Vanderhulst