Een taal online leren of in de klas? CLT zoekt voor elke cursist de ideale match.

Geen plek in Leuven met zoveel liefde voor taal als de Dekenstraat. Het Centrum voor Levende Talen viert er zijn 50e verjaardag. En de liefde groeit. Tot ver buiten Leuven. Dankzij online afstandsonderwijs bereikt het CLT maar liefst 9 000 cursisten in binnen- en buitenland.

“Een taal leren op afstand? Onze docenten waren in het begin sceptisch”, getuigen adjunct-directeur Marleen Vanderheiden en ICT-coördinator Katrien Delanghe. Toch spat het enthousiasme er bij beide taalminnaars vanaf.

Het CLT ontwikkelt al meer dan 20 jaar cursussen met een stuk online onderwijstijd.

9 000 cursisten is veel. Hoe krijg je dat gigantische aantal goed bediend?

Katrien Delanghe: “Ze zijn hier gelukkig nooit allemaal tegelijk. De meesten komen 1 keer per week. Alleen de NT2-cursisten zijn wat vaker fysiek aanwezig. Daarnaast hebben we een groot online aanbod. 45% van onze cursisten volgt online les, vaak volledig, maar ook in allerlei mogelijke blends.”

Is die sterke uitbouw van het online onderwijs een uitloper van de coronacrisis?

Marleen Vanderheiden: “Eigenlijk niet. We ontwikkelen al meer dan 20 jaar cursussen met een stuk online onderwijstijd. Cursisten komen soms van ver en geraken moeilijk op tijd in de les. Anderen hebben co-ouderschap of zitten vaak in het buitenland. De behoefte was er dus al veel langer.”

Katrien Delanghe: “Vanaf 2001 bouwden we ons eigen e-CLT-leerplatform uit, met meer dan 50 000 oefeningen en testen op woordenschat, grammatica, lezen, luisteren en zelfs een geautomatiseerde schrijfmodule. In onze lessen koppelden we terug op dat online materiaal. Zo ontstonden de eerste blends.”

“We experimenteerden met groepen die week om week afstands- en contactonderwijs hadden en onderzochten de mogelijkheden van Zoom. Toen de coronacrisis uitbrak, schakelden we dan ook vrij naadloos naar volledig afstandsonderwijs.”

Marleen Vanderheiden: “Ondanks alle ellende, was corona voor ons ook een doorbraak. Mensen ontdekten massaal het online onderwijs. Het werkt uitstekend voor talen, ook al is het niet voor iedereen weggelegd. Omdat we zo’n groot CVO zijn, kunnen we voor de meeste talen verschillende trajecten aanbieden, waarbij we diverse profielen aanspreken.”

“Toen de coronacrisis uitbrak, schakelden we vrij naadloos naar volledig afstandsonderwijs.”

Katrien Delanghe

Welke trajecten bieden jullie aan?

Marleen Vanderheiden: “Cursisten kunnen een taal leren op verschillende snelheden en in verschillende modaliteiten. De meest oorspronkelijke vorm is volledig op de campus. Docent en cursisten zien elkaar 1 of meerdere keren per week live. Het andere uiterste zijn onze 100 procent onlinecursussen.”

“Verder zijn er allerlei soorten blends. Mensen komen bijvoorbeeld een week naar de campus en oefenen de andere week zelfstandig met interactief materiaal. Of een docent geeft afwisselend een week op de campus les en een week online. In nog andere trajecten volgt de cursist 1 avond fysiek les in een blok van 2 uur en volgt hij een tweede blok online.”

“Sinds vorig jaar experimenteren we met hybride cursussen. Cursisten volgen tegelijk op de campus les of thuis achter de computer. Zo kunnen mensen van over heel de wereld deelnemen.”

Een dialoog voor het green screen wordt makkelijk een gesprek in Berlijn, Antwerpen, in een restaurant...

Taalonderwijs lijkt bij uitstek iets wat je voor een groot stuk live moet geven. Je moet de taal toch horen en spreken. Hoe pak je dat aan in een virtuele wereld?

Marleen Vanderheiden: “Je kan niet zomaar je fysieke les vertalen naar een online context. Bovendien wil niemand 4 uur naar een scherm kijken. Een geslaagde online les is een mix tussen individueel werk, face-to-face-sessies en individuele feedback. Die didactiek vertaalden we naar een aantal scenario’s die docenten kunnen volgen.”

Stel dat ik bij jullie in de online les zit. Hoe ziet die er dan uit?

Katrien Delanghe: “Mijn Franse les duurt maandag van 18.00 tot 21.45 uur. De eerste drie kwartier ben ik beschikbaar voor vragen, maar hoef je niet in te loggen. Je krijgt voor het weekend voorbereidingswerk, dat je bij het begin van de les kan maken of tijdens het weekend. Om 18.45 uur checkt iedereen in voor de online les, waarin we regelmatig terugkoppelen op dat thuiswerk. Na 1,5 uur is er een half uur pauze om iets te eten. Tijdens die pauze krijg je een kleinere opdracht. Het laatste uur van de les bespreken we die opdracht en eindigen we samen.”

Marleen Vanderheiden: “Zo schetsen we een aantal mogelijke scenario’s voor een optimaal gebruik van de lestijd. Docenten mogen daar uiteraard van afwijken als ze daar een goede reden voor hebben. Leraren houden niet van rigiditeit. Maar die vaste structuur werkt wel heel goed.”

“Zodra je je afstandsonderwijs loskoppelt van wat je kent uit het contactonderwijs, zie je nieuwe mogelijkheden.”

Marleen Vanderheiden

Welk soort opdrachten krijgen cursisten wanneer ze zelfstandig aan de slag gaan?

Katrien Delanghe: “Kleine lees-, luister- of schrijfopdrachten, bv., waarbij ze hun mening posten op een padlet. Of een korte enquête waar woordenschat in staat die we nodig hebben. Soms frissen ze met filmpjes grammaticale regels op of maken ze een aantal woordenschat- of grammaticaoefeningen op ons platform. Tijdens de les maken we dan de transfer naar een communicatieve situatie.”

Jullie klinken heel enthousiast. Waar zit de kracht van jullie afstandsonderwijs?

Marleen Vanderheiden:  “Zodra je je afstandsonderwijs loskoppelt van wat je kent uit het contactonderwijs, zie je nieuwe mogelijkheden. Het eerste uur van de online les krijgen mijn gevorderden materiaal voor drie kwartier zelfstandig werk. Het overgebleven kwartier voeren ze in kleine groepjes een kwartier een Zoomgesprek met mij. Feedback geven op hun mondelinge taalvaardigheid wordt zo een stuk eenvoudiger.

Katrien Delanghe: “Je kan je ook ontdoen van een deel ballast. In een fysieke les kan je mensen ook eerst oefeningen laten maken. Maar de ene is klaar na 2 minuten, terwijl de andere een half uur nodig heeft. Dankzij de online context kan je daar veel makkelijker op inspelen.”

“Voor schrijfvaardigheid werken mijn cursisten vaak samen aan een opdracht in een gedeeld document. Als docent kan je het schrijfproces volgen en met je feedback kort op de bal spelen. Die blijft zo beter hangen dan wanneer je op papier verbetert.”

Jullie investeren veel tijd en middelen in een op maat gemaakte online leeromgeving. Dreigen die inspanningen niet overbodig te worden met de opkomst van bv. Bookwidgets of Quizlet?

Katrien Delanghe: “Die tools werken goed, maar zijn niet op talen geënt. De 22 oefensoorten in ons systeem zijn volledig op maat van onze didactiek. We kunnen cursisten bijvoorbeeld een tekst geven en woorden laten aanklikken die qua stijl niet passen of die een dubbele betekenis hebben. Ze kunnen intonatie en klemtonen in zinnen aanduiden. Ze krijgen feedback op hun werk, maar ook rechtstreekse links naar achtergrondinfo in onze cursus.”

Marleen Vanderheiden: “In een commercieel systeem weet je nooit of je het op lange termijn kan blijven gebruiken zoals je dat wilt. Bovendien zit alles hier samen in 1 platform. Mensen moeten geen 10 verschillende tools leren gebruiken en hebben maar 1 account nodig. Met een publiek tussen 16 en 95 jaar is dat toch wel belangrijk.”

 

Hoe zorg je ervoor dat je cursisten die minder IT-vaardig zijn ook meekrijgt?

Marleen Vanderheiden: “Door een vertrouwde omgeving te creëren, met een vaste structuur. We werken met een modern leerplatform, ‘Canvas’, waar ze hun agenda kunnen raadplegen. Die agenda is het vertrekpunt voor elke les en ziet er overal hetzelfde uit. De cursist ziet de lesinhoud en kan doorklikken naar alle materiaal.”

“Een team van 4 IT’ers integreert nu de volledige e-CLT-omgeving in Canvas. In onze nieuwe app, ‘Mentori’, kunnen cursisten zelf oefeningen zoeken op hun niveau. Het systeem zal op basis van de input ook nieuwe oefeningen aanraden. De grote kracht zit in de combinatie van een gigantische databank met goed oefenmateriaal en het feit dat alles vertrekt van op 1 plek, vertrouwd voor iedereen binnen het CLT.

In het hybride onderwijs kunnen cursisten kiezen om de les simultaan van thuis uit of in de klas te volgen. Hoe zorg je ervoor dat de mensen thuis zich geen vijfde wiel aan de wagen voelen?

Katrien Delanghe: Een docent geeft les in een traditioneel klaslokaal met een scherm dat als bord kan dienen. Er hangen 2 extra schermen. De leerkracht ziet de cursist die aan het woord is achteraan vergroot op een scherm. Vooraan zijn alle cursisten thuis in beeld, zodat er maximale interactie met de klas kan zijn. De docent ziet ook meteen wie iets wil vragen of de kluts kwijt is.”

2 camera’s brengen alles in beeld. Een hoekcamera filmt het hele lokaal. De tweede camera volgt de lesgever. De mensen thuis zien dus zowel de docent als de klas. We investeerden ook in dure plafondmicrofoons die het geluid vanuit de klas perfect overbrengen naar de mensen thuis.”

In de hybride klas kiezen de cursisten zelf of ze les volgen van thuis uit of in de klas.

Je hoort wel eens dat leraren niet klaar voor zijn voor doorgedreven digitalisering. Jullie steken nog een tandje bij. Hoe zorg je ervoor dat je docenten mee zijn?

Katrien Delanghe: “Om te beginnen moet je weten waarover je spreekt. We geven daarom ook zelf nog altijd een cursus. Dat is qua time management een uitdaging, maar het is ontzettend waardevol om voeling te hebben met de praktijk.”

Marleen Vanderheiden: “Bij elke vernieuwing heb je pioniers en een caravaan. We geven pioniers alle steun. Door te experimenteren, informeel uit te wisselen en elkaar te enthousiasmeren vertrekt een peloton, zonder druk. Intussen brengen we in kaart wat goed werkt en wat eventuele valkuilen zijn.”

“Leraren blijven strevers. Daarom zetten we nu expliciet in op zelf- en teamzorg.”

Marleen Vanderheiden

“Zodra de voorhoede weg is, brengen we de inzichten en mooie praktijken op een taaloverschrijdend overleg. Geleidelijk werken we zo aan een visie en een kader. We volgen bijscholingen, lezen ons in en werken verschillende scenario’s uit voor de lessen.”

“Dat is een kritiek moment. Je moet goed zorgen voor de mensen die graag meer tijd nemen. Zij krijgen soms het gevoel dat ze het niet goed doen of dat ze meteen alles tegelijk moeten toepassen. We geven hun de tijd en ondersteuning om in alle rust bij te leren. Maar leraren blijven strevers. Daarom zetten we nu expliciet in op zelf- en teamzorg. Je hoeft ook als leraar echt niet altijd meteen 80% te scoren.”

Tekst: Piet Creten   |   Foto’s: Bavo Nys

Dit interview kwam tot stand in het kader van onze Schoolreis die we op vrijdag 10 maart 2023 samen met UCLL organiseerden. Wil je graag meer inspiratie opdoen? Lees hier meer schoolvoorbeelden.