“Onder het motto ‘eens SPC, altijd SPC’ bieden we kost en inwoon aan leerlingen voor wie het schoolsysteem niet matcht.”
Het Sint-Pieterscollege bouwde de voorbije jaren zijn leerlingbegeleiding sterk uit. Onder het motto ‘eens SPC, altijd SPC’ bieden ze jongeren een plek en ondersteuning in hun bemand Onderwijsleercentrum (OLC). De sleutel tot een goed zorgbeleid is volgens Hans Luyten, Els Beelen en Lynn Vanderveken heel simpel: professionalisering van leerlingbegeleiders. Al zijn de verse home made baksels op hun zorgoverleg ook onmisbaar als krachtvoer voor de uitdagingen van morgen.
Wat was de aanleiding om jullie werking om te gooien?
Hans Luyten: “De rol van een leerlingbegeleider is de voorbije jaren enorm geëvolueerd. Toen ik 9 jaar geleden de overstap maakte van leraar godsdienst naar leerlingbegeleider, vond ik het moeilijk om verslagen te lezen waar ik eigenlijk niks van begreep. Enerzijds groeide de nood aan professionalisering door complexere problematieken bij de leerlingen. Anderzijds werd het spanningsveld tussen tucht en begeleiding steeds groter. Wanneer je bijvoorbeeld iemand betrapt met softdrugs, moet je de ouders bellen en een sanctie geven. Tegelijkertijd moet je die leerling ook proberen te helpen. Dat werkt niet.”
Hoe kwamen jullie uit bij deze aanpak?
Hans Luyten: “We hebben gedurende 2 jaar een uitgebreide bevraging rond zorg gedaan. Nadien stelden we een team samen om een duidelijke visie op ons zorgbeleid te vormen. We beslisten om een directiefunctie leerlingbegeleiding te maken en heel gericht op zoek te gaan naar iemand met een diploma psychologie of pedagogie, die kon instaan voor het hele luik rond emotionele begeleiding en de begeleiding van leerzorgen. Toen Els in zwangerschapsverlof ging, verving Lynn haar. Nadien kwam er budget vrij en kon Lynn aan boord blijven. Els en Lynn zijn beide psycholoog van opleiding, dus plots hadden we 2 professionals in een team van 3.”
“We droomden van een bemand Onderwijsleercentrum (OLC) voor alternatieve leertrajecten. Native speakers Engels die zelfstandige opdrachten mogen maken tijdens de les. Leerlingen met nood aan extra uitdaging die bijvoorbeeld Arabisch leren in zelfstudie. Maar ook een plaats voor leerlingen die aangeven dat het niet meer gaat binnen het schoolsysteem en noodgedwongen een alternatief traject gaan volgen zoals een examencommissie. Zij moeten zich hier uitschrijven en de overstap maken naar thuisonderwijs. Onder het motto ‘eens SPC, altijd SPC’, hebben wij de formule ‘kost en inwoon’ bedacht. Wanneer één van onze leerlingen echt niet meer matcht met het schoolsysteem, zijn ze na overleg welkom in het OLC, waar Lynn hen een beetje coacht. Zij maakt afspraken met hen en begeleidt hen naar de examens toe, maar er is geen inhoudelijke begeleiding. We zijn niet meer verantwoordelijk voor die leerlingen, maar ze zijn wel welkom.
Welke leerlingen komen vooral naar dat bemand OLC?
Lynn Vanderveken: “Het overgrote merendeel van hen, zijn cognitief sterke leerlingen die zichzelf goed kunnen organiseren. Ze zoeken vooral een dagstructuur en komen daarvoor naar hier. Toch haken regelmatig ook leerlingen af omdat het concept voor hen niet werkt. Dat is een probleem. Het zijn vaak leerlingen met een moeilijke thuissituatie.”
Hans Luyten: “Die zijn een beetje vogel voor de kat. Daar is in ons huidig systeem niks voor. Die hebben nog veel meer coaching nodig dan wij nu kunnen bieden. Dat zijn uitdagingen van morgen.”
Wat betekent dat dan concreet voor een leerling of leraar op jullie school?
Hans Luyten: “Els is de leerlingbegeleider. Ze staat in voor het individueel begeleiden van leerlingen, socio-emotioneel en op vlak van leerzorgen. Bij Lynn gaat het om alternatieve trajecten in de klas, voor leerlingen die extra ondersteuning kunnen gebruiken, bijvoorbeeld omdat ze kampen met leerstoornissen of motivatieproblemen. Ik ben directeur leerlingbegeleiding. Ik coördineer alles rond zorgbeleid en neem de formele beslissingen. Die rolverdeling is voor de leraren heel duidelijk.”
Lynn Vanderveke: “Leerlingen die niet met mij te maken hebben, hebben geen idee van wat ik doe, maar dat is oké. De nood komt naar boven via een andere weg en dan komen ze wel bij mij terecht.”
Jullie zijn nu al een jaar op deze manier bezig. Wat zijn nog grote uitdagingen?
Lynn Vanderveken: “De diversiteit in de eerste graad is echt een grote uitdaging. Onze instroom is de laatste jaren veel diverser, zowel op intercultureel vlak als op het vlak van doorstroom-mogelijkheden. Een droom is natuurlijk dat we iedereen meekrijgen op het eind van die eerste graad.”
Hans Luyten: “Diversiteit met allerlei deelfacetten is een groot thema waarop we willen inzetten. Hoe gaan we om met die interculturele verschillen? Hoe ga je daarover het gesprek aan in je klas? We zijn daar nog niet in geschoold. Hetzelfde met de betrokkenheid op school. Hoe bereik je ouders die geen Nederlands kunnen? Daar zijn we echt heel erg zoekende in.”
Els Beelen: “Een andere uitdaging is de Conflixers. Peer mediation is al lang een heel actueel thema, maar het is heel moeilijk om dit te verduurzamen. We werken op dit moment met een groepje van 20 leerlingen uit alle jaren, die zich willen inzetten voor andere leerlingen die zich niet goed voelen, bijvoorbeeld door activiteiten te organiseren. Ze vragen nu een plek waar leerlingen tijdens de middagpauze naartoe kunnen komen voor een gesprek met hen. Sinds dit schooljaar volgen ze een traject, waarin ze via workshops een opleiding krijgen. Het is hartverwarmend. Die leerlingen zijn zo gedreven en geëngageerd. Het zijn echt gouden leerlingen.”
Hans Luyten: “Verder zie ik nog 2 meer structurele uitdagingen. Het is op dit moment niet evident om mensen die niet opgeleid zijn als leerkracht, maar als psycholoog, sociaal assistent, pedagoog of maatschappelijk werker, aan te nemen als leerlingbegeleiding. Een statuut leerlingbegeleider dat qua benoeming eenvoudiger is, zou ons enorm vooruit helpen.”
“Een laatste uitdaging ligt op Leuvens niveau. We hebben momenteel geen aanbod voor kinderen die omwille van hun rugzak niet passen in dat schoolsysteem, maar wel nood hebben aan coaching, structuur en begeleiding. Bijvoorbeeld kinderen die heel lang in een opname gezeten hebben of met een moeilijke thuissituatie. Zij vallen niet binnen de ‘norm’, zonder dat ze een type voor buitengewoon onderwijs zijn. We zijn binnen KS Leuven aan het zoeken naar hoe we zulke jongeren een plek kunnen geven om onder begeleiding naar een diploma toe te werken. Dat is eigenlijk dat bemand OLC doordenken op een niveau dat je als individuele school niet meer kunt dragen.”
“Als je ideeën hebt en je weet waar je wilt uitkomen, durf dan ook maar! Het is niet erg als iets mislukt.”
Hans Luyten
Welk aspect van jullie werking hopen jullie dat lezers hieruit meenemen?
Lynn Vanderveken : “Ik heb een zwak hart voor onderpresteerders, wat vooral in het vierde middelbaar voelbaar is. Dat is echt iets dat op klassenraden bekeken moet worden, vind ik. Heel veel leerkrachten voelen dat die leerling het wel kan, maar het niet doet. Kan je die leerling wat extra uitdaging bieden? Probeer je blik te veranderen en kijk eens wat erachter schuilt. Zo kan er misschien een leerling wél de eindmeet halen die daar anders niet in slaagt.”
Hans Luyten: “Durf iets te doen zonder dat je per se al helemaal weet hoe dat het er gaat uitzien. Durf op basis van een idee, tijd en ruimte vrij te maken om dingen te laten ontstaan. Dat geldt voor de school, maar ook voor de leraar. Wanneer je ziet dat iets niet werkt bij een leerling, durf te zeggen dat die 2 uur per week voor jouw vak in het OLC mag werken. Wie weet verandert het de motivatie van de leerling en verhoogt de betrokkenheid.”
“Heb maar een voorschot van vertrouwen dat dat uiteindelijk goed komt. Komt het niet goed, dan, wordt je dat ook niet kwalijk genomen. Mensen waarderen dat je open nadenkt en probeert. Het is niet omdat het pad nog niet gekend is, dat je het niet moet bewandelen. De mooiste dingen liggen soms achter de bocht.”
Els Beelen: “Maar wel vanuit een heldere visie: waar willen we naartoe? Wat willen we voor alle leerlingen? Het is niet van ‘doe maar!’. Je moet niet alleen maar stretchen tot waar je niet meer kan. Dat helpt de leerlingen niet op lange termijn. Je moet heel helder stellen wat je buitengrenzen zijn en vervolgens vasthouden aan die grenzen.”
Tekst: Emmelien Monnens | Foto’s: Sint-Pieterscollege
Dit interview kwam tot stand in het kader van onze Schoolreis die we op vrijdag 10 maart 2023 samen met UCLL organiseerden. Wil je graag meer inspiratie opdoen? Lees hier meer schoolvoorbeelden.