“Kinderen die vorig jaar niet graag naar school kwamen, staan te springen voor onze speelleerklas”

In september startten basisschool De Kraal en buitengewone basis- en secundaire school Windekind een unieke samenwerking. Kinderen die in het verleden doorverwezen zouden worden naar buitengewoon onderwijs blijven les volgen in hun vertrouwde omgeving binnen het nieuwe project ‘Basiskracht’.

Projectcoördinator Tine Camps bereidde vanuit Windekind het project 2 jaar lang voor. Nu bouwt ze binnen De Kraal als zorgcoördinator het project verder uit. Vanuit haar ervaring in Windekind weet ze hoe belangrijk die inclusieve aanpak is.

Tine Camps

Directeur Lynn Vandezande en projectcoördinator Tine Camps: "Als kinderen in hun vertrouwde omgeving school kunnen blijven lopen, creëren we meer kansen."

Tine Camps: “De context waarin kinderen naar school gaan heeft een grote impact op hun ontwikkeling. Hen op jonge leeftijd naar een aparte school verder weg van huis sturen, heeft dus een belangrijke invloed.”

“Ze gaan niet meer naar school met hun broer of zus, hebben geen dagelijks contact met vrienden uit de buurt, oma of opa pikken hen niet meer op… Ouders halen hun kind dan ook niet graag weg uit de school, hoewel ze daar op didactisch-pedagogisch vlak misschien wel hun voordeel mee doen.”

“Van basisaanbod-leerlingen verwachten we dat ze later gewoon meedraaien in de maatschappij. Als ze in hun vertrouwde omgeving school kunnen blijven lopen, creëren we meer kansen. Vandaar de vraag aan De Kraal om samen een inclusieve werking op te zetten.”

De Kraal was niet ongevoelig voor die vraag. Directeur Lynn Vandezande en haar team waren al langer op zoek naar manieren om meer kinderen uit de buurt op school te houden.

Lynn Vandezande: “Elk jaar wordt de spreidstand binnen onze klassen tussen kinderen met veel en minder zorgnoden groter. Onze leraren gaven al lang aan dat ze niet altijd de opleiding of ondersteuning hebben om daarmee om te gaan.”

“Door samen te werken breng je expertise, mensen en middelen samen die je nodig hebt om inclusie kwaliteitsvol in te vullen.” (Lynn Vandezande)

“Toch zien we kinderen niet graag vertrekken. Vaak gaat het op veel vlakken goed met hen. Ze zitten in een vertrouwde omgeving, hebben vrienden, zijn sociaal ingebed in de buurt… Alleen op inhoudelijk vlak loopt het niet zo goed en dat knaagt soms aan hun zelfvertrouwen.”

“De vraag van Windekind kwam dus op een goed moment. Door samen te werken breng je expertise, mensen en middelen samen die je nodig hebt om inclusie kwaliteitsvol in te vullen.”

In september zijn jullie gestart met een speelleerklas. Hoe zit dat precies in elkaar?

Tine Camps: “Het gaat om een tussenniveau tussen kleuter en lager. Ze is bedoeld voor kinderen uit de derde kleuterklas die op het vlak van taal, rekenen of werkhouding nog niet voldoen aan alle voorwaarden om succesvol te starten in het eerste leerjaar. De kinderen dreigen te verdrinken of door het vele trekken en sleuren een erg negatieve ervaring op te lopen.”

“De filosofie van het hele basiskrachtverhaal is dat we het profiel van de leerlingen zo goed mogelijk in kaart brengen en de toekomst voor de kinderen zoveel mogelijk open houden. Door hen meer tijd te geven kunnen ze hun ontwikkelingsvertraging bijwerken of weten wij beter wat ze nodig hebben voor een zo optimaal mogelijk vervolg.”

Lynn Vandezande: “Dat vervolg kan allerlei richtingen uitgaan. Sommige kinderen kunnen na een volledig jaar in onze speelleerklas meedraaien in het eerste leerjaar. Anderen maken in de speelleerklas zelf al een groeisprong en kunnen tijdens het schooljaar nog instromen in het gewone eerste leerjaar. Of ze stromen op het eind van het jaar door naar het tweede, waar ze opnieuw op leeftijd zitten en met wat aanpassingen kunnen inpikken. Nog andere kinderen maken rechtstreeks de overstap naar het tweede leerjaar waar ze een aangepast programma krijgen. We kijken telkens per kind wat de beste optie is.

Wat met leerlingen waarvan je merkt dat instromen in het gewone onderwijs te moeilijk blijft?

Lynn Vandezande: “Voor hen kan het interessanter zijn om samen met leeftijdsgenoten in een basiskrachtverhaal te blijven groeien binnen onze school. De speelleerklas zal in een aangepaste vorm een vervolg krijgen tot en met het zesde leerjaar.”

“Kinderen met een profiel ‘basisaanbod’ kunnen zo op onze school blijven meedraaien en prima functioneren wanneer we rekening houden met hun noden. We bereiden hen voor richting B-stroom, zonder dat we dat scenario al betonneren.”

“Dat betekent niet dat we al onze leerlingen op school kunnen houden. Voor sommige kinderen is de context van onze school toch niet geschikt. Zij kunnen alsnog naar een buitengewone school type basisaanbod.”

Zorgleraar Eveline Weckx heeft jaren ervaring met het speelleerniveau binnen Windekind. Sinds dit jaar ondersteunt ze de speelleerklas op De Kraal. Ze werkt halftijds voor beide scholen en brengt een pak praktijkervaring mee.

Zorgleraar Eveline Weckx tijdens een gesprek in de speelleerklas.

Eveline Weckx: “In onze speelleerklas zitten 10 leerlingen. 7 daarvan komen uit de derde kleuterklassen in de verschillende vestigingen. 3 kinderen komen uit het eerste leerjaar waar het om uiteenlopende redenen nog iets te moeizaam liep.”

“Wanneer ik in de klas kom, doen de klasleraar en ik aan teamteaching. We bereiden onze week samen voor en brengen daarbij elk onze achtergrond vanuit gewoon en buitengewoon onderwijs binnen. We beslissen wat het beste werkt voor onze leerlingen, welk materiaal we gebruiken, welke didactiek we inzetten…”

Waar zit het grootste verschil met een regulier eerste leerjaar?

Eveline Weckx: “Ons aanbod schippert sterk tussen activiteiten uit de derde kleuterklas en het eerste leerjaar. In het begin maken we een beeld op: wat lukt wel al en wat nog niet? Denk aan taal- en rekenvoorwaarden, een getallenlijn kunnen maken, auditieve vaardigheden om letters te kunnen leren lezen, etc.”

“Het tempo ligt een stuk lager. Tegen de krokusvakantie kennen ze in het eerste leerjaar alle letters, terwijl wij aan 15 zitten. Maar door de kleinere groep kunnen we veel meer op maat werken en brengen we de kinderen uiteindelijk verder. Tijdens de teamteaching splitsen we de klas soms zelfs nog verder op. De klasleraar gaat met een leerling of 5 naar buiten voor een rekenopdracht, terwijl ik met de anderen taal inoefen.”

“Ons aanbod schippert sterk tussen activiteiten uit de derde kleuterklas en het eerste leerjaar.” (Eveline Weckx)

Zijn er ook inhoudelijke verschillen?

Eveline Weckx: “We werken veel meer aan de wereldkennis van de leerlingen. Dat kan ook makkelijker in de echte wereld. Leren we over het bos, dan trekken we het bos in. In een verkeerswandeling leren kinderen een zebrapad te gebruiken, verkeersborden te zien en te interpreteren.”

Tine Camps: “Voor deze groep leerlingen is de meerwaarde daarvan groot. Ons onderwijs is supertalig. Als je woordenschat net niet breed genoeg is, je taalbegrip of spreekvaardigheid onvoldoende ontwikkeld zijn en je zit in een eerste leerjaar tussen leerlingen die verder staan, val je voortdurend uit de boot. Op deze manier brengen we op een impliciete manier taal aan en krijgen kinderen veel meer spreekkansen.”

Zijn er doelstellingen waar jullie extra op inzetten?

Eveline Weckx: “We spelen nog sterker in op sociale vaardigheden. Zo geven we expliciet les over emotieregulatie. Hoe reageer je in bepaalde situaties? Hoe benoem je je gevoelens? Hoe los je conflicten op of zorg je ervoor dat je er niet in verzeild raakt? Zeker voor leerlingen die wat minder talig zijn, is dat belangrijk om te vermijden dat frustraties te hoog oplopen.”

Tine Camps: “Verder zetten we sterk in op voorbereidende schrijf- en motorische activiteiten en de werkhouding. Hoe begin je aan een opdracht, hoe kom je tot resultaat en haak je niet af doorheen het proces? Hoe laat je je niet afleiden? Wat doe je als je vastloopt of problemen ondervindt? Die vaardigheden zijn heel belangrijk voor de leerlingen die nadien weer moeten kunnen instromen in de hogere jaren.”

“Eveline Weckx: “Met contractwerk leren we de leerlingen zelfstandig te werken. De kinderen starten op maandag met een aantal opdrachten, die ze in de rest van de week organiseren en afwerken.”

De speelleerklas vormt een aparte groep. Hoe zorg je ervoor dat het een inclusieverhaal blijft?

Eveline Weckx: “We zien de speelleerklas als een eerste leerjaar met een aparte aanpak. Er blijft veel contact over de klassen heen. We zitten in dezelfde gang, gaan samen zwemmen en werken dezelfde thema’s uit. De kinderen gaan samen op uitstap, hebben samen pauze en eten samen. Op vrijdagnamiddag is er een opendeurtje: een vrij spelmoment over de klassen heen, waarbij de kinderen zelf mogen kiezen wat ze doen.”

“Lynn Vandezande: “Ook de activiteiten in het kader van talenten- en muzische namiddagen organiseren we in samengestelde groepen over klassen heen. We blijven dus onderzoeken op welke momenten onze kinderen behoefte hebben aan een apart traject en op welke vlakken het net een meerwaarde is om samen te werken.”

Eveline Weckx: "Onze kinderen hebben deugd aan de ruimte voor extra aandacht."

Jullie zijn nu een trimester aan de slag. Wat zijn de eerste bevindingen?

Eveline Weckx: “Op het vlak van welbevinden zien we een groot verschil. Sommige kleuters gingen vorig jaar niet graag naar school omdat het niet goed liep. Ouders maakten zich zorgen over het eerste leerjaar. Na een week speelleerklas vertelden ze ons al dat hun kinderen staan te springen om naar school te komen. Ze hebben deugd aan de ruimte voor extra aandacht.”

Tine Camps: “De portrettering van onze leerlingen lijkt ook geslaagd. We kregen nog geen enkele vraag om een kind weer over te hevelen naar het reguliere traject.”

Hoe leeft het project bij de rest van het team?

Tine Camps: “Het fijne is dat vanuit de speelleerklas ook principes doorsijpelen naar ons traditionele eerste leerjaar. Ook daar kampen leerlingen bijvoorbeeld met hun schrijfmotoriek. Eveline werkt dan met groepjes over de klassen heen.”

Lynn Vandezande: Sinds Tine en Eveline hier rondlopen, merk ik dat ook collega’s van andere jaren advies inwinnen. De expertise ligt voor het rapen, omdat Windekind hier in de personen van Tine en Eveline meer dan voltijds aanwezig is.”

“Het fijne is dat vanuit de speelleerklas ook principes doorsijpelen naar ons traditionele eerste leerjaar.” (Tine Camps)

Tine Camps: “De kracht van buitengewoon onderwijs zit ook in het multidisciplinaire: een logopedist, orthopedagoog of kinesist in de school. Als Windekind hier volgend jaar een vestigingsplaats heeft, genieten onze leerlingen met bijzondere noden van die ondersteuning zonder verhuizing van school.”

Zijn er ook zaken die je intussen geleerd hebt?

Tine Camps: “We staken heel veel tijd in het bedenken van het concept, de doelstellingen, de organisatorische uitwerking, etc. Maar de concrete dagelijkse uitwerking daarvan in de klas is een aspect dat we wel wat onderschat hadden.”

“In een pilootjaar moet je alles vanaf nul bedenken. Je hebt geen referentiekaders, geen lesmateriaal, geen mooi vastgelegde opbouw met tussentijdse doelen. Dat is dus behoorlijk zoeken. De directie uit beide scholen gaat daarom regelmatig in gesprek met het team om te kijken hoe het loopt in de praktijk en welke ondersteuning nodig is.”

Wat raad je andere scholen aan als ze een samenwerking gewoon-buitengewoon onderwijs willen opzetten?

Lynn Vandezande: “De grote kracht zit in de voorbereidingstijd. We zijn bijna 2 jaar bezig geweest om alles goed op elkaar af te stemmen en we pakken alles ook geleidelijk aan. Die traagheid en kleinschaligheid zijn essentieel. Het vertrouwen van teams en ouders dat hun bezorgdheden serieus genomen worden, is onontbeerlijk.”

Tine Camps: “De focus ligt daarom in de eerste plaats op leerlingen die al in De Kraal op school zitten of nieuw zijn ingestroomd in het eerste leerjaar. Iedereen kan zo wennen aan de nieuwe aanpak en expertise opbouwen.”

Het pilootjaar loopt over enkele maanden al af. Hoe gaat het nu verder?

Lynn Vandezande: “Ons eerste doel is doorgroeien. Bouwen we een gelijkaardig tussenniveau in ons tweede jaar of gaan we voor een graadmodel? Wie stroomt in en uit het traject? Hoe organiseren we het in de hogere jaren en voor onze andere vestigingen?”

“We willen geen aparte ‘basiskrachtklas’ maken in elk leerjaar. Leerlingen gewoon en buitengewoon zullen zoveel mogelijk samen les volgen. Alleen zo kan je van authentieke inclusie spreken.”

Tekst: Piet Creten   |   Foto’s: Bavo Nys

Schrijf je in op onze maandelijkse nieuwsbrief


Blijf op de hoogte van labo-ontwikkelingen, projecten, activiteiten, evenementen of ander interessant aanbod uit het Leuvense onderwijsveld!

Inschrijven

Dit zal sluiten in 0 seconden