Welke praktijken kunnen we ontwikkelen om de diverse groep zij-instromers beter te ondersteunen?

Doorheen de jaren is het profiel van startende leraren steeds diverser geworden, waardoor ook de noden steeds meer uiteenlopen. Zij-instromers vormen een groep starters die de laatste jaren in aantal toeneemt. Hoe kunnen we voldoende ondersteuning bieden aan élke zij-instromer zonder andere collega’s extra zwaar te belasten?

Expert Virginie März (UC Louvain) pleit voor kwalitatieve opleidingen specifiek voor deze doelgroep én een betere afstemming tussen opleiding en aanvangsbegeleiding.

Virginie März is als onderzoeker verbonden aan de Université catholique de Louvain, waar haar focus ligt op curriculumvernieuwing en veranderingsprocessen in scholen en wat dat betekent voor leraren. Daarnaast is ze bestuurder bij het schoolbestuur van de Annuntiaten. Dit schooljaar organiseert ze er een collaboratief onderzoeksproject naar hoe ze de diversiteit aan starters beter kunnen opleiden en begeleiden.

De diversiteit van zij-instromers

Virginie März: “We zien vandaag de dag 3 types zij-instromers:”

“De opgeleide zij-instromer: is iemand die eerder een ander beroep uitoefende, vervolgens de lerarenopleiding afrondde en dan het onderwijs instapt. Heroriënteerders hebben wat het profiel van reguliere starters, maar brengen extra positieve bagage mee uit een vorige werkcontext. Die bagage kan relevant zijn op de klasvloer. Zo zie je in het secundair onderwijs vaak een connectie tussen een vorig beroep en de vakken die de zij-instromer geeft.”

“De leraar-in-opleiding: start in het onderwijs via de flexibele trajecten. Die groep zij-instromers komt vaak in een LIO-baan terecht, waarbij ze voor de klas staan en tegelijkertijd de opleiding volgen. Ze zien een waardevolle maar ook uitdagende wisselwerking tussen de opleiding en de begeleiding op de werkvloer, omdat die door – maar soms ook naast – elkaar lopen.

“Een derde groep ten slotte start in het onderwijs zonder een lerarenopleiding te hebben gevolgd. Die leraren hebben vanzelfsprekend nog opleiding en heel wat begeleiding nodig.”

“Mentoren worstelen vaak met de grote diversiteit aan zij-instromers en de brede waaier aan noden. Ze moeten goed afbakenen: gaat het om aanvangsbegeleiding of opleiding?”

Het belang van kwaliteitsvolle opleiding

Virginie März: “In veel landen zie je als antwoord op het lerarentekort de flexibilisering van de instroom en de deregulering van wie leraar mag worden. Dat heeft zijn gevaren. We willen goed opgeleide leraren voor de klas. Zij-instromers kunnen veel bieden aan scholen, maar ze moeten opgeleid zijn om zich als leraar ten volle te kunnen ontwikkelen. Niet alle zij-instromers vinden hun weg naar traditionele opleidingen. De combinatie voltijds werken en opleiding is namelijk niet eenvoudig. Hoe kunnen we voor die groepen wel kwaliteitsvolle opleidingen organiseren of werkplekleren beter faciliteren?”

“Opleidingstrajecten zijn niet altijd specifiek ontworpen voor zij-instromers. Ze vertrekken vanuit het reguliere traject en passen het bestaande curriculum aan. Ik geloof ook niet in die fast-tracktrajecten, waarbij inhouden en diepgaande reflecties geschrapt worden en de specifieke noden van een zij-instromer vaak onbeantwoord blijven.”

“Onderzoek wijst uit dat zij-instromers heel anders binnenkomen in een opleiding dan iemand die recht van de schoolbanken komt. Ze zijn starter én tegelijkertijd expert. Hoe kan je van daaruit je opleiding vormgeven? Lerarenopleidingen moeten durven de denkbeweging te maken vanuit de specificiteit van die groep.”

Een opleiding die vertrekt vanuit zij-instromers

Virginie März: “Focus op wat zij-instromers meebrengen aan competenties en expertise. Hoe kan er vanuit de lerarenopleidingen gewerkt worden om die eerder verworven competenties en expertise te vertalen naar een klascontext? Het gaat om het vinden van verbinding en continuïteit met wat de zij-instromer voordien deed.”

“Daarnaast is het belangrijk om ruimte te geven aan de transitie naar het leraarschap. Hoe kunnen we de identiteit uit een vorige beroepscontext echt ruimte geven in de opleiding en van daaruit kijken naar de connecties en disconnecties met de nieuwe identiteit? Het is belangrijk om voldoende te reflecteren op die meervoudige identiteit. Dat vraagt tijd.”

“Tot slot moeten zij-instromers goede opvattingen hebben over wat het is om in een schoolcontext te werken. De eigenheid van schoolorganisaties is heel anders dan die van bedrijven. Een (potentiële) zij-instromer moet goed geïnformeerd zijn om misvattingen of frustraties te voorkomen. De Leuvense Open Lesdag die SOM organiseert is alvast een belangrijke eerste stap.”

Afstemming tussen aanvangsbegeleiding en opleiding

Virginie März: “Een beleid rond zij-instromers moet passen binnen een visie rond het creëren van partnerschappen tussen lerarenopleidingen en scholen. In het huidige systeem zijn opleiding en aanvangsbegeleiding twee aparte realiteiten. Via stages en LIO-trajecten komen scholen en lerarenopleidingen wel met elkaar in aanraking, maar het is niet eenvoudig om structurele partnerschappen uit te bouwen, waarin duidelijk is wie welke rol opneemt voor de opleiding en begeleiding van zij-instromers.”

“Het is belangrijk dat scholen met de partner-lerarenopleiding onderzoeken welke samenwerking ze kunnen uitwerken. Stel: een zij-instromer heeft dringend nood aan extra coaching voor vakdidactiek in wiskunde. De school kan dit niet opvangen binnen de tijd die voorzien is voor aanvangsbegeleiding. Als een lerarenopleiding modules zou aanbieden die een antwoord bieden op dat specifieke vraagstuk, kan de zij-instromer op weg gezet worden zonder dat die het hele traject moet volgen. De mentoren kunnen zich dan focussen op de aanvangsbegeleiding pur sang. Op die manier wordt de coaching van zij-instromers een gedeelde verantwoordelijkheid van de scholen en de lerarenopleidingen.”

“Daarnaast liggen er kansen op het vlak van ondersteuning door de lerarenopleiding in scholen. In veel scholen zijn er partnerschappen dankzij de stagiairs en komen lerarenopleiders er al vaak over de vloer. In andere regio’s zijn er initiatieven waarbij de lerarenopleiding het stagebezoek uitbreidt door een hele dag op die school aanwezig te zijn. Ze bieden extra coaching aan alle zij-instromers van die school die extra opleidingsnoden hebben. Dat soort mogelijkheden moeten we meer durven verkennen.”

Praktijkvoorbeeld: Archipel Academy

Virginie März: “Binnen de scholengroep Archipel initieer ik dit jaar een collaboratief onderzoeksproject naar hoe we de diversiteit aan starters (incl. zij-instromers) beter kunnen opleiden en begeleiden. Samen met Katrin Ceulemans, Hadewig Timmerman en Tine Aers (lerarenopleiding UCLL) en de mentoren van de aanvangsbegeleiding uit alle scholen binnen deze scholengroep, zoeken we naar de tussenpraktijken om zij-instromers en scholen zo goed mogelijk te ondersteunen. Op die manier brengen we onderzoek en praktijk écht samen. Wat kunnen we leren van elkaar en wat zijn nieuwe praktijken die we kunnen ontwikkelen?”

“Welke modules uit de lerarenopleiding kunnen we openstellen? Wat houdt dat dan precies in? Op welke grenzen botsen we? Scholen hebben slechts een beperkt budget voor professionalisering. Wie financiert dat dan? Misschien zijn opleidingen bereid om naar de scholen te komen voor extra ondersteuning van zij-instromers. Maar die zij-instromers moeten dan op hetzelfde moment vrij geroosterd worden. Hoe kunnen we dit faciliteren?”

“We willen met andere woorden te weten komen hoe we een partnerschap kunnen ontwikkelen rond de zij-instromer. Welke structuur kunnen we uitbouwen om die nieuwe praktijken uit te proberen? Onze bevindingen delen we met de groep van het SOM-labo Zij-instromers zodat we samen met het bredere Leuvense netwerk mogelijke pistes kunnen onderzoeken. De realiteit in scholen vandaag de dag is enorm complex. Het is heel waardevol om in gesprek te blijven gaan.”

Netwerk van startende leraren

Virginie März: “Los van opleiding hebben starters behoefte aan een goed netwerk. Voor een zij-instromer vraagt ook dat een andere aanpak. Net omdat die transitie zo specifiek is, zoeken ze ondersteuning, feedback, emotionele steun of tips van andere zij-instromers die een gelijkaardig parcours afleggen. Het aantal zij-instromers binnen één school of scholengroep is vaak beperkt. Er is dus nood aan een overkoepelend netwerk waar ontmoeting tussen zij-instromers mogelijk is.”

“Een ander idee is om intervisiegroepen te organiseren vanuit de lerarenopleidingen met zij-instromers in opleiding én uit de praktijk. Zij-instromers krijgen zo de kans om met elkaar in gesprek te gaan over hoe ze die overstap naar het leraarschap ervaren. Het is belangrijk dat ze uitdagingen en sterktes kunnen delen. Als je de lerarenopleiders en de aanvangsbegeleiders daarbij nauw betrekt, krijgen opleiders meer zicht op hoe het er in de scholen aan toe gaat én hebben de mentoren een beter idee van de opleidingen.”

Is er in Leuven ook laaghangend fruit?

Virginie März: “Partnerschappen opzetten vraagt wat tijd, maar ook op korte termijn kunnen we al wat doen om zij-instromers extra te ondersteunen.”

“Laat ons alle mogelijke modules in kaart brengen die Leuvense lerarenopleidingen (kunnen) aanbieden aan zij-instromers. Het sterke bestaande aanbod geraakt nog onvoldoende bij de zij-instromers. Een platform kan alle mogelijke opleidingen en modules dan bundelen. Aanvangsbegeleiders kunnen zo veel doelgerichter doorverwijzen en zij-instromers kunnen laagdrempelig de weg naar een opleiding vinden.”

“Met instapmomenten voor zij-instromers kunnen we zij-instromers beter voorbereiden op hun start als leraar. Hoe pak je de eerste klasdagen aan? Wat zijn methodieken om verbinding te maken met leerlingen? Als we die organiseren vanuit een partnerschap tussen scholen en lerarenopleidingen geven we zij-instromers daarmee een krachtige aanzet voor hun carrière in het onderwijs.”

Tekst: Emmelien Monnens | Foto’s: Siemon Vanderhulst