Roberta Mosca

Leraar Engels aan het Liceo classico “Vittorio Emanuele II” in Jesi (Ancona, Italië)

“Het is prachtig om te zien hoeveel toegewijde leraren er zijn. Of je nu in Zweden, België of Italië bent, we werken ons allemaal uit de naad om onze leerlingen het beste te geven.”

Hoe ben je in contact gekomen met het Leuvense onderwijs?

Ik ben leraar Engels aan het Liceo classico “Vittorio Emanuele II” in Jesi (Ancona, Italië). Na de Covid-pandemie besloot ik me te verdiepen in een aantal nieuwe didactische praktijken, vooral rond sterke evaluatie en technologie.

Ik nam deel aan 2 professionaliseringsprojecten via Eramus+. Voor een eerste project kwam Diederik Roelandts van het Miniemeninstituut tijdens een zogenaamde long-term teaching mobility mee onderzoek doen in mijn school in Italië. Ik reisde dan weer voor een weekje naar Leuven om de evaluatiepraktijk in 2 Leuvense scholen van naderbij te bekijken.

Waaruit bestond de samenwerking in Italië?

Diederik werkte 6 maanden mee in onze school aan een studie over formatieve evaluatie en sociale vaardigheden binnen een nieuwe didactische praktijk waarmee we experimenteerden. Het idee was dat zowel de leraar, de student zelf, als 3 andere leerlingen de werkzaamheden moesten beoordelen.

Ik ontwikkelde een evaluatiematrix die ik grondig doorsprak met de leerlingen. Diederik schreef daarbij een database waarin we alle evaluatiedata verzamelden. Bijzonder interessant wat daaruit kwam! Heel wat leerlingen schatten zichzelf en andere leerlingen goed in, maar leerlingen die zwakker presteerden hadden het daar net heel moeilijk mee. Bovendien bleek dat sterkere leerlingen zwakkere leerlingen vaak veel te laag inschatten.

Op basis van die gegevens gingen we met de leerlingen in gesprek. Zo kregen ze meer zelfinzicht. Hoe leren en functioneren ze op sociaal vlak? Schatten ze het verwachtingspatroon goed in? Als leraar kom je ook veel te weten over je eigen didactische praktijk. Waar liep het mis in het proces en welke aanpassingen kan je doen om leerlingen meer tot leren te brengen?

Wat leerde je tijdens je bezoek aan de 2 Leuvense scholen?

In de Miniemen zag ik hoe Diederik een bijzonder interessant examenmoment (GIP-proef) organiseert voor zijn stagestudenten. Vooraf maken ze een webpagina waarop ze hun stage voorstellen. Ze evalueren zichzelf en het traject dat ze aflegden tijdens die stage. Dat stellen ze vervolgens voor aan een jury in het Nederlands, Frans, Engels en Duits, wat ik echt ongelooflijk krachtig vind.

De jury bestaat uit Diederik als hun leraar, maar ook uit een universiteitsprofessor en een aantal andere leraren. Je zou denken dat zo’n examen bijzonder formeel en stresserend is voor leerlingen. Het wonderlijke is dat er net een erg ontspannen sfeer hangt. Ik wil dus heel graag enkele collega’s naar Leuven sturen om te komen bekijken hoe hij dat aanpakt.

Ik observeerde ook de evaluatiepraktijk in de les Engels van Martina Giuliano in het Heilige Drievuldigheidscollege. Dat was een eye-opener. Ze creëert zoveel motiverende leeractiviteiten. Leerlingen leren bijvoorbeeld heel wat woordenschat rond het thema misdaad. In plaats van woorden of zinnen te ondervragen, geeft ze als evaluatie een casestudy, waar ze over reflecteren. De woordenschat is geen doel op zich, maar een middel om over interessante zaken te communiceren en kritisch te denken.

Welke rol speelde Campus Corso in je bezoek?

Het was voor mij dé plek om informeel interessante ideeën te delen. Campus Corso doet me wat denken aan de klassieke Griekse agora, een plein waar mensen samenkwamen om ideeën uit te wisselen. Het is ook fijn dat deze plek een Italiaanse naam heeft. ‘Corso’ betekent ‘laan, grote weg’ en dat is wat Campus Corso biedt: ondersteuning op de route naar professionalisering.

Je komt er een hoop gemotiveerde mensen tegen die hard willen werken voor en aan hun onderwijspraktijk. Zo raakte ik er in een interessant gesprek verwikkeld met Job De Meyere, hoofd van experisecentrum Art of Teaching bij UCLL. We gaan proberen samen een nieuw Erasmusproject op poten te zetten.

Waar zit volgens jou de grote meerwaarde van zo’n Europese samenwerking?

Door de inkijk in een ander onderwijssysteem krijg je nieuwe perspectieven voorgeschoteld. Dat werkt voor mij heel inspirerend. Je zit middenin de praktijk, waardoor je er zoveel meer van leert dan uit een klassieke bijscholing.

Ook omgekeerd krijg je zinvolle feedback over zaken waar je helemaal niet bewust bij stilstaat. Zo vertelde een Zweedse collega me dat het zo goed was dat onze leerlingen nog met pen en papier werkten. In Zweden gebeurt dat bijna niet meer. Leerlingen werken de hele dag op hun laptop en dat blijkt niet altijd even positief.

Het is vooral ook prachtig om te zien hoeveel toegewijde leraren er zijn. Of je nu in Zweden, België of Italië bent, we werken ons allemaal uit de naad om onze leerlingen het beste te geven.

Is dat wat het beroep van leraar zo mooi maakt?

Het is een fantastische job. Omdat je met mensen werkt, blijf je zelf ook altijd groeien. Je geeft veel voor je leerlingen, maar je krijgt er altijd meer van terug.

Dat je waarden kan doorgeven of toewijding ziet bij je leerlingen, is zo motiverend. Als ik in mijn lessen bijvoorbeeld rond klimaatverandering werk, zie ik leerlingen klaar zitten om in actie te schieten. Je voelt dan hoe bewust ze in het leven staan, hoe volwassen ze eigenlijk al zijn. Dat geeft ontzettend veel vertrouwen in de toekomst. Onze jongeren hebben zo veel in hun mars!

Schrijf je in op onze maandelijkse nieuwsbrief


Blijf op de hoogte van labo-ontwikkelingen, projecten, activiteiten, evenementen of ander interessant aanbod uit het Leuvense onderwijsveld!

Inschrijven

Dit zal sluiten in 0 seconden